Friday 3 November 2006

Redding van de paarden bij Marrum





Laurens Aaij heeft met deze foto de Zilveren Camera 2006 gewonnen.

Thursday 2 November 2006

In Memoriam: Nynke Breimer

Ik ontmoette Nynke het meeste na mijn scheiding in 1986. Ik kende haar uit het dorp. Nynke was een bijzonder meisje. Zij had taaislijmziekte, cystische fibrose (CF). Ondanks dat de ziekte haar hele leven bepaalde ging zij er moedig mee om, vol humor en zelfspot. Haar levensverwachting was toen dat zij niet veel ouder dan 20-25 jaar zou worden. Wij hebben zoveel gelachen met elkaar ...
Zij hield zo van dieren, had er enorm veel verstand van en hielp regelmatig de dierenarts. Later heeft zij in het schuurtje van haar woning (samen met vriend Ron) een egelopvang gehad in Woudenberg.
Ook hield zij van motorsport, in Assen deed zij zelfs aan wedstrijden mee, ongelovelijk als je weet wat CF inhoud. Samen met de kinderen heb ik haar nog eens opgezocht in 2003.
Na onderzoek kwam ik erachter dat Nynke op 27-3-2006 is overleden .... ze is 38 jaar geworden.
Ik denk heel regelmatig aan haar ... aan haar positieve levensinstelling, haar humor, haar trouw, haar moed en enorme doorzettingsvermogen, het was een bijzondere vrouwtje ... ik zal haar nooit vergeten.


Trouw 26-04-2000 door Helène Butijn:
Compensatie voor het leed dat mensen aanrichten
'Egelopvang is eigenlijk onzin', schreef Henk van Halm deze maand in Trouw. Opgelapte egels die weer worden uitgezet, verzwakken de populatie, betoogde hij. Egelverzorgster Nienke Breimer reageert: ,,Zolang de meeste egels gewond raken door toedoen van mensen, ga ik door met de opvang.''

Lamplicht schemert in het fietsenschuurtje bij het rijtjeshuis van Nienke Breimer (32). Diepe, lage egelhokken van wit spaanplaat staan tot aan het plafond. Onder verfrommelde kranten ritselt iets. 'Het stinkt een beetje', zegt Nienke, 'maar ik had nog geen tijd om het te verschonen. Ik moest naar de dierenarts.'

Nienke Breimer vangt sinds vijf jaar zieke egels op. Toen de dierenarts bij wie ze als assistente werkte met pensioen ging, nam ze het werk over. Ze bouwde egelhokken, richtte de stichting 'Duizend Naalden' op en vroeg een vergunning bij het ministerie van landbouw. 'Ik moest papieren invullen: wat voor hokken ik had en hoe ik bekendheid wilde geven aan de stichting, dat soort dingen. En er is een aantal voorwaarden. Zo moet je minstens tien egels kunnen bergen.' De vergunning kreeg ze meteen. 'De controle moet verbeteren. Al had ik ze hier in dozen zitten, geen hond is ooit komen kijken. Erkende egelopvangcentra doen het meestal goed. Maar elders is de dagelijkse verzorging soms niet eens in orde.'

Onder de spiegel in de gang staan plastic, pluche en stenen beeldjes van egels. Platen van katten, konijnen en -opmerkelijk- motoren hangen aan de muren. Halverwege de woonkamer staat een bak met woestijnratjes, in de hoek borrelt een binnenvijvertje. Er hangt een beestenlucht. Een ren met vijf konijnen neemt bijna de hele achtertuin in beslag. 'Ik neem alleen dumpdieren', zegt Nienke. 'Uit asiels en zo. Eigenlijk wil ik geen huisdieren, je sluit ze toch op.' Dertien egels vangt Nienke in haar schuurtje op.

Maar is die opvang nou beslist nodig om de egelstand op peil te houden? 'Niet altijd, al denken mensen van andere egelopvangcentra daar waarschijnlijk anders over. Opvang is niet helemaal verkeerd, zolang je de soort maar geen schade toebrengt. Het oplappen is voor mij compensatie voor wat mensen aanrichten. Een positieve druppel op de gloeiende plaat. Zolang onervaren mensen maar niet gaan rommelen.'

Twee derde van de egels die bij Nienke worden gebracht, kan na verloop van tijd weer worden uitgezet. Het eerste jaar dat Nienke begon, verbleven ze gemiddeld ruim drie maanden in haar 'egelziekenhuisje'. Inmiddels is dat zo'n twee maanden. 'Ik heb meer kennis vergaard. Daardoor laat ik ze sinds twee jaar vlotter, in de herfst nog, los. Als hun gewicht goed is en het nog niet te koud is. Al weet ik dat ze niet allemaal het voorjaar halen.'

Dieren die door natuurlijke oorzaken zijn verzwakt, brengen Nienke aan het twijfelen. Zwakke dieren, waarvoor geen kans op verbetering is, moeten eigenlijk een spuitje krijgen. 'Ik denk ook weleens: getsie, daar kom ik weer met die spuit. Maar je moet een dier niet laten leven, alleen omdat jij er moeite mee hebt ze te laten inslapen. Levenslang opsluiten van zwakke dieren is geen oplossing. Mensen willen tegenwoordig ieder beestje ten koste van alles laten leven. Het slaat door. De natuur is gruwelijk prachtig, maar ook keihard.'