Sunday 8 March 2015

Habituatie (dutch)

Hoe wij horen
Het bewust horen of waarnemen van geluid vindt plaats in de hersenschors. Vooraleer we geluid in de hersenen horen, legt het een lange weg af. Geluid wordt ter hoogte van de oorschelp opgevangen en via de uitwendige gehoorgang naar het middenoor geleid. Vervolgens gaat het van het middenoor naar het binnenoor, ook wel de cochlea of het slakkenhuis genoemd. Het binnenoor bevat het eigenlijke gehoororgaan. Het buiten- en het middenoor hebben dus een geleidingsfunctie: ze geleiden en versterken het opgevangen geluid naar het binnenoor. Het eigenlijke gehoororgaan bevat zo’n 17 000 haarcellen die als gevolg van de geluidstrillingen buigen. Aan de basis van de haarcellen liggen fijne zenuwdraden die naar de hersenen leiden. In het gehoororgaan wordt de buiging van de haartjes (bewegings- of mechanische energie) omgezet in een signaal (elektrische energie). Alle zenuwen vanaf het oor tot in de hersenschors vormen samen de gehoorzenuw, die in totaal ongeveer 30 000 zenuwvezels bevat.
Zodra de mechanische energie in elektrische energie is omgezet, brengt de gehoorzenuw de elektrische signalen naar de hersenen. De patronen van elektrische activiteit aanwezig in de gehoorzenuw worden vergeleken met patronen aanwezig in het auditief geheugen. Wordt er in het auditief geheugen een patroon gevonden dat overeenkomt met dat van elektrische activiteit in de gehoorzenuw, dan herkennen we geluid.



Het auditief geheugen
Het merendeel van wat we horen is een opeenvolging van geluid zoals spraak of muziek. Tijdens de kinderjaren horen we veel nieuwe geluiden waarvan we de betekenis niet kennen. Vanaf we weten wat de geluiden betekenen, worden ze opgeslagen in het auditief geheugen, dat zich in de hersenschors bevindt. Het auditief geheugen snakt naar nieuwe informatie, maar is op jonge leeftijd nog vrij leeg. Later in de ontwikkeling is er een voortdurende vergelijking tussen patronen opgeslagen in het auditief geheugen en patronen afkomstig van het oor. Telkens als er overeenkomst is tussen het patroon afkomstig van het oor en het patroon opgeslagen in de hersenen, herkennen we geluid. We weten dan wat een specifiek geluid betekent.


Het onderbewuste deel van de hersenen,

dat betrokken is bij het horen zit heel diep: verder dan het binnenoor en vóór de plek waar geluid bewust wordt waargenomen. Dit onderbewust gedeelte van het gehoorsysteem bevat onbewuste filters, netwerken van zenuwcellen die geluiden oppikken vanuit de wens om te worden gehoord (Denk maar aan de moeder die de pasgeboren baby hoort bewegen in zijn slaap). We nemen de geluiden waar vanuit de wens ze te horen, terwijl we ons niet bewust zijn van de striemende regen op het dak. Deze netwerken van zenuwcellen zijn te herprogrammeren.

Experiment

In 1953 voerden Heller en Bergman een eenvoudig experiment uit. Ze plaatsten tachtig normaal horende proefpersonen (universiteitsstudenten, zonder tinnitus) elk gedurende vijf minuten in een geluidvrije ruimte. De proefpersonen moesten elk geluid melden dat ze hoorden. Velen gingen er wellicht vanuit dat ze een geluidstest moesten ondergaan, maar in wezen kregen ze niets te horen. 93% meldde zoemende, kloppende of fluitende geluiden in het hoofd of de oren. (Dit zijn precies de geluiden die worden gemeld door tinnituscliënten, mensen met oorsuizen).
Dit eenvoudig experiment toont aan dat iedereen in staat is de elektrische activiteit, aanwezig in iedere zenuwcel, als geluid te ervaren. Elke zenuwcel draagt in zekere mate bij tot het uiteindelijk ervaren van tinnitus, ondanks het feit dat sommige gebieden in het gehoorsysteem misschien minder werkzaam zijn dan andere. Het geluid dat de proefpersonen hoorden in het bovenstaande experiment kan je omschrijven als ‘de muziek van de hersenen’.



Neutrale geluiden
Daartegenover zijn er ook geluiden die een gevoel van behagen en ontspanning teweegbrengen. Denk maar aan fluitende vogeltjes in het bos. Hier ervaren we een positief gevoel. Het limbisch systeem hoeft het autonoom zenuwstelsel niet te activeren, want het lichaam is niet in gevaar. Verder zijn er ook veel omgevingsgeluiden die geen invloed hebben op het limbisch systeem en het autonoom zenuwstelsel. Denk maar aan het basisgeruis van een computer of het geluid van de koelkast. We merken die geluiden niet eens op. We krijgen er geen specifiek gevoel bij. Ze zijn neutraal. Ze leiden niet tot een verhoogde activiteit van het autonoom zenuwstelsel. Zo begrijp je nu wellicht ook dat het perfect mogelijk is om naast een drukke spoorweg te slapen. Mensen zijn zich niet meer bewust van het geluid van de voorbijrazende treinen. Voor hen zijn het neutrale geluiden zonder betekenis.


Geconditioneerde reacties
Sommige geluiden hebben een speciale betekenis. Een jonge moeder wordt bijvoorbeeld wakker van het gehuil van haar baby, terwijl ze een paar minuten eerder door een onweer sliep. Iemand schrikt op uit zijn slaap als er plots een houten vloerplank kraakt of kijkt meteen om in een druk café als hij zijn naam in de menigte hoort. Het valt op dat we als het ware automatisch op deze geluiden reageren. Dit automatisch reageren hebben we al heel snel verworven. Het is een vaardigheid die het hele leven lang even sterk ontwikkeld blijft.
De voorbeelden tonen aan dat we zachte geluiden die een belangrijke betekenis hebben toch goed horen. We zijn hiertoe in staat door de aanwezigheid van onbewuste filters in de gehoorbanen gelegen tussen de oren en de oppervlakte van de hersenen. Belangrijke geluiden krijgen als het ware voorrang op geluiden die niet zo belangrijk zijn. Een moeder wordt wakker als haar baby huilt, want ze heeft geleerd dat dit een belangrijk geluid is. Het onweer is minder belangrijk en wekt haar dus niet. Een geleerde reactie op een geluid dat een speciale betekenis heeft, noemen we een geconditioneerde reactie.

Het limbisch systeem

Het gehoorsysteem heeft een groot aantal verbindingen met het limbisch systeem welke het mogelijk maakt dat we kunnen voelen en emoties ervaren. Bovendien is het limbisch systeem ook noodzakelijk om iets te leren. Zo krijgt ieder geluid waarvan we de betekenis hebben geleerd, een ‘gevoelslabel’. Dit label kan nu en dan veranderen, want het is afhankelijk van hoe we ons voelen en de situatie waarin we het geluid horen. Een voorbeeld: het geluid van de tv van de buurman kan aangenaam zijn wanneer je hem aardig vindt, maar irritant wanneer je hem niet kunt uitstaan.
Ook het autonoom zenuwstelsel is betrokken bij het horen. Het regelt de spanning in de spieren, het hartritme, de ademhaling en het zweten. Het autonoom zenuwstelsel is in staat het lichaam klaar te maken om te reageren doordat sommige lichaamsfuncties toenemen om als reflex te reageren.


    


Tinnitus en TRT
Ook ‘natuurlijke geluiden’ kunnen een probleem worden omdat men ze beschouwt als een bedreiging voor het leven of de kwaliteit ervan. Belangrijk voor het ontstaan van het tinnituslijden is de geconditioneerde reactie op tinnitus, veroorzaakt door het onderbewuste deel van de hersenen. Dit is het niveau waarop je onaangename gevoelens en toegenomen spanning ervaart telkens als het tinnitussignaal wordt opgespoord. De onaangename gevoelens zijn afkomstig van het limbisch systeem, dat instaat voor het gevoelsmatige en het leren. Het limbisch systeem activeert het autonoom zenuwstelsel met een toename van
spanning in het lichaam als gevolg (Het Jastreboff mechanisme). Zolang je gelooft in het bedreigende karakter van de tinnitus, zal je het geluid voortdurend horen.

Link: Tinnitus Retraining Therapie (TRT). 

No comments:

Post a Comment